Iedere baby heeft krampjes en het is altijd zielig. Gelukkig word je als nieuwe ouder altijd uitgelegd dat je bij vragen het consultatiebureau kan bellen.

Dus toen baby J. weer last had van krampjes en geen ontlasting had belde ik het CB. “Kinderen die borstvoeding krijgen kunnen tot wel 9 dagen geen ontlasting hebben”. En dat was dat.

Aan het begin van de week werden de huiltjes ineens krijsen. En J. kreeg van ons eindeloze massages en knuffels die even leken te helpen. Eind van de week krijste hij dag en nacht. Hij was ontroostbaar. Dus gingen we met hem naar de huisarts.

Onze huisarts, een hele lieve warme Belgische vrouw controleerde hem en zag niks afwijkends. Maar aangezien kleine J. pas 11 weken is en ze onze zorgen wilde wegnemen voor het weekend stuurde ze ons door naar de kinderarts. Vanwege allerlei redenen moesten we hiervoor naar een ziekenhuis die wat verder lag en konden wij naar binnen via de Spoed Eisende Hulp. 

J. deed het nog best goed. In de wachtkamer keek hij zijn ogen uit. Er kwam iemand binnen met duidelijk pijn aan haar voet, oude mensen die leken te zijn gevallen…

En toen mochten we naar binnen.

In een kamer, ingericht voor kinderen (niet baby’s) werden we ontvangen. Er stond een bed, alle soorten weegschalen, wat kasten, nog een bed wat omgetoverd kon worden tot een kooi, wat schermpjes en twee klapstoelen.

Na een tijdje kwam “mevrouw Huppel”. Een jong meisje die wij eerder al over de gang zagen “huppelen”. Wij grapten nog dat wij alleen zo vrolijk liepen als we naar huis gingen vanuit ons werk, niet tijdens het werk.

Mevr. Huppel gaf aan dat ze in opleiding was en kwam in plaats van vrolijk, heel zorgelijk en onzeker over. We kregen 100-en vragen en op de sommige vragen wist ik het antwoord niet. Op welke dagen had hij vorige week ontlasting? Spuugt hij iets meer of iets vaker voeding dan normaal? Zagen wij ook geen hele kleine verschillen hierin?

Poeh, ik had ondertussen een slaaptekort, dus mijn geheugen werkte niet goed mee.

Ze probeerde hem te onderzoeken met haar ijskoude stethoscoop terwijl J. ons wanhopig aankeek en nog net niet stikte in zijn huilen. ” Hebben jullie een speentje?” Vroeg mevrouw. Huppel. “Ik kan hem zo niet onderzoeken”.

Ieder mogelijk moment tilden we J. op om te troosten. We vertelden hem dat we van hem hielden en dat we er voor hem waren.

Toen kwam de volgende arts in opleiding. Vanwege zijn lengte en zijn boerse afstandelijkheid noem ik hem even ‘Lange Jan’. Lange Jan plakte wat plakkertjes op J voor zijn hartje te controleren. Mevrouw Huppel schrok zichtbaar van de uitslag. Wij legden uit: “ja, maar hij is nu heel erg van streek”. Lange Jan schrok niet. “Nee hoor, dit kan gewoon”. 

De temperatuur werd nog even gemeten en er werd wat verhoging geconstateerd. “Oei” zei mevrouw Huppel. Ik ga overleggen met de kinderarts, maar hij heeft paracetamol nodig. Ondertussen had ik al 3x gevraagd of ik hem mocht voeden, zodat J. wat rustiger werd. Ook dat zou ze navragen.
Het kostte me behoorlijk wat geduld en zelfbeheersing om hierop te wachten en niet mijn eigen plan te trekken. 

Na weer veel rondlopen met onze baby die steeds zwaarder aanvoelde viel hij eindelijk in slaap van vermoeidheid. 

Daar kwam na een hele tijd de paracetamol. Mevrouw Huppel gaf nog aan dat het wel even kon duren voordat de kinderarts zou komen.

Mijn partner en ik hadden toen we alleen waren onze verwarring naar elkaar uitgesproken. Waarom waren we voor de kinderarts gekomen en hadden we die na 2 uur nog steeds niet gezien? Natuurlijk zijn we dankbaar voor alle onderzoeken, maar J. was er klaar mee. En wij ook wel.

Gelukkig is mijn partner wat beter in vragen naar duidelijkheid. Dus hij gaf aan dat wij graag de kinderarts wilden zien. Mevrouw Huppel stamelde nog iets over “ja, er kan vanalles tussendoor komen… en de kinderarts is druk”. Mijn partner reageerde begripvol maar ook resoluut, “Wij willen gewoon graag een indicatie hoe lang het ongeveer kan duren”. Binnen 5 minuten was daar ineens de kinderarts.

De kinderarts kwam warm en rustig over. Ze was lief naar J. toe en J. liet de onderzoeken nu beter toe door zijn vermoeidheid. 
Ze zouden gaan testen op een blaasontsteking en J. zou een  plaszakje om krijgen. Na dit korte bezoek gaf ik hem zijn voeding.  Ah, een plasluier. We waren al een hele lange tijd aan het wachten op het plaszakje en nu had hij geplast. Verdorie.

Daar kwam Lange Jan. Een beetje ongemakkelijk en ook om te hinten dat het lang duurde gaf ik aan dat hij net had geplast. Lange Jan was vriendelijk en pakte een plaszakje zo uit een kastje in de kamer waar we waren. Binnen een paar seconden zat het erop. Poeh, kon dit écht niet eerder? Desnoods had ik het zelf even gedaan. Gelukkig konden we het op de vele momenten dat we alleen waren goed relativeren en zagen we in bepaalde dingen de humor. Ook baby J. liet langzaam af en toe een lachje zien wanneer we grapjes maakten.

Ieder kwartier kwam er iemand binnen of hij al geplast had. Nee dus.

Gelukkig liet hij zich tot wel 3x voeden in de 4 uur dat we in het ziekenhuis waren.
En daar was het! HALELUJA! Het plaszakje zat vol! 

Mijn partner ging snel iemand halen. Meteen kwam daar een nieuw iemand.  Ik weet niet wat zijn functie was. Zelf grapte hij dat hij vooral aan de telefoon zat. Maar deze jongeman was aardig en bracht luchtigheid en humor. Heel erg welkom en dit zorgde er meteen voor dat wij weer even een extra oppepper kregen. Want wij merkten ook dat we ons avondeten hadden overgeslagen en weinig slaap hadden gehad.

Deze jongeman noem ik even Rafaël, naar de welbekende aartsengel. Rafaël gaf aan dat de urine getest zou worden en hij meteen zou bellen of we de uitslag niet thuis konden afwachten. En in plaats van een hele tijd te verdwijnen belde hij waar we bij stonden en hadden we meteen ons antwoord. Lekker naar huis!
We maakten nog een kort praatje met Rafaël waarin hij liet blijken hoe bijzonder hij baby’tjes vind en oprechte interesse toonde in onze ervaring van ons eerste kindje.

En toen pakten we onze spullen en onze baby die ondertussen doodmoe was. Thuis kregen we niet veel later een telefoontje. J. had geen blaasontsteking, waarschijnlijk een buikgriepje. Goed in de gaten houden maar gelukkig niet ernstig.

En nu is het de volgende dag. Het hele huis slaapt lekker uit terwijl ik rustig de dag reflecteer op papier.