Misschien kun je het wel al een beetje verwachten door de naam van mijn blog, er zit voor mij iets fascinerends in taal. En dan heb ik niet niet over de grammaticale regels!
Sommige woorden klinken zo grappig, en tegelijkertijd weet je precies wat ermee bedoeld wordt. Hieronder wat voorbeelden.
Doos (de; v,m; meervoud: dozen)(negatief; informeel) vrouw
Snotaap (de; m,v; meervoud: snotapen) snotneus
Uilskuiken (het; o; meervoud: uilskuikens) grote domoor
Flapdrol (de; m,v; meervoud: flapdrollen) waardeloos iemand
Graftak (meervoud: graftakken) (m,v) (Nederland) saai, zeurderig, ouderwets iemand
Blubber (de; m) modderige viezigheid
Hatseflats tussenwerpsel, woord zonder bijzondere betekenis.
Pierenbadje (het; o; meervoud: pierenbaden) ondiep (gedeelte van een) zwembad
Koekenbakker (de; m,v; meervoud: koekenbakkers) (informeel) knoeier, sukkel
Bofkont (de; m,v; meervoud: bofkonten) (informeel) geluksvogel
Soepjurk (de; v(m); meervoud: soepjurken) lange jurk van een lelijk model
Jokkebrok (de; m; meervoud: jokkebrokken) (kindertaal) leugenaar
Bron: van Dale